Als we de deur open doen klinkt een scherp gekraak, het gaat zelfs een beetje stroef. In de gang is het donker, de meeste lampen zijn al uitgevallen, een enkele knippert zwak. Er hangt een geur van dode planten en verschraalde koffie. Het is muisstil. Of…?
Als we verder door de gang lopen komen we dichter bij het geluid. Plotseling schiet uit het kantoortje van rechts Ferry ineens de gang in om zich in alle haast naar de uitgang te spoeden. Zoals altijd druk bezig met zijn telefoon, hij ziet ons nauwelijks staan.
Als hij weg is, is het ineens doodstil. Hij is duidelijk de enige die hier nog ooit komt. Alle andere kantoren zijn leeg, de planten hangen slap, lampen defect en aan de stapel borden en kopjes bij de vaatwasser te zien is hier al weken niemand meer geweest.
De anders zo vrolijk roze werkplek van Trix, geeft nu een erg trieste aanblik. Rolt er nou een traan uit haar laptop?
De stoel van Michel is naar het laagste punt gezakt en lijkt de hoop te hebben opgegeven.
Een dikke laag stof op het bureau van Matti, waar is hij gebleven? Zien we hem ooit nog terug?
Tja, soms is het meer buiten- dan binnenspelen, dat weten we. Maar dit droevige kantoor kunnen we niet aanzien! L²’ers, waar zijn jullie? Jullie geliefde binnenapparatuur mist jullie liefde en aandacht. De grappen, het aanstekelijke lachje van Mike, de verhalen van Ferry, de voetstappen in de gang en de geur van sernik.
Komen jullie snel weer terug 😢?